Internationalisering

Het is belangrijk dat internationalisering een integraal onderdeel wordt van het onderwijs en daarmee van het curriculum. Het is geen extra activiteit; internationalisering dient de mindset te zijn van leerkrachten en directeuren die werkzaam zijn binnen de scholen van OPO Hof van Twente. Bijvoorbeeld bij het organiseren van een project, het geven van lessen of het aanschaffen van materialen dient internationalisering altijd in je achterhoofd te zitten. Op die manier wordt het automatisch onderdeel van de organisatie, opent het een wereld van mogelijkheden en verbreedt het het perspectief van kinderen, hun ouders en leerkrachten. 

 

OPO Hof van Twente is een bestuur dat haar internationaliseringsbeleid binnen haar negen scholen actief uitdraagt. Het feit dat alle scholen Engelse lesgeven vanaf 4 jaar dient als basis en enkele aangesloten kinderdagverblijven ondernemen al Engelse activiteiten met kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar. Dit betekent dat het niveau Engels van de meeste kinderen op een bepaald moment op de lagere school relatief hoog wordt. Hierdoor ontstaat de behoefte om hun Engelse vaardigheden in de praktijk te brengen. Er lopen diverse pilots met bijvoorbeeld het integreren van wereldoriëntatievakken en internationalisering, maar ook met het individualiseren van het Engelse onderwijs.

OPO Hof van Twente heeft nu vier vakleerkrachten Engels, een internationaliseringscoördinator, één eTwinning-school, twee eTwinning-ambassadeurs, en één school die momenteel deelneemt aan een Erasmus+ KA2-project (iBUILD IT). Het bestuur wil alle scholen stimuleren om deel te nemen aan internationaliseringsactiviteiten, zowel met hun leerkrachten als met hun leerlingen.

 

Door middel van internationaliseringsactiviteiten wil OPO Hof van Twente het volgende bereiken:

1.            Het verbeteren van de digitale geletterdheid van kinderen en leerkrachten

2.            Kennis en inspiratie opdoen over SEN (Special Educational Needs) en inclusiviteit

3.            Bewustmaking van diversiteit en Europees burgerschap.

4.            Verbetering van het Engels bij de leerkrachten en integratie van praktische toepassingen voor kinderen

5.            Inspiratie opdoen uit goede praktijkvoorbeelden uit Europa